Traditionele Chinese geneeskunde:

Ook bekend als Chinese geneeskunde is een verzamelnaam voor een verscheidenheid aan traditionele medische gebruiken uit China, die gedurende duizenden jaren ontwikkeld zijn. Het wordt ook beschouwd als onderdeel van de Oosterse geneeskunde.

De Chinese traditionele geneeskunde bestaat uit veel verschillende elementen. De therapeuten kunnen putten uit het voorschrijven van kruiden, dieet en het toepassen van verschillende vormen van massage, zoals Tuina, het zetten van koppen (cupping, een soort omgekeerde glazen op de huid) en het stimuleren van de huid door de zogenaamde Guasha.
Het meest bekende onderdeel uit de traditionele Chinese geneeskunde is natuurlijk de acupunctuur.
Acupunctuur maakt gebruik van beinvloeding van acupunctuurpunten met naalden, of met moxa. Ook vormen van massage van acupunctuurpunten bestaan, de tuina (Chinees) en de shiatzu (Japans).
Acupunctuurpunten kunnen ook met warmte gestimuleerd worden, met moxa. Deze behandeling wordt moxibustie genoemd.
Moxa is een techniek die gebaseerd is op het toedienen van droge hete warmte op specifieke acupunctuurpunten. Het materiaal bestaat uit het gedroogde kruid Bijvoet (Artemisia vulgaris), dat verbrandt wordt en te verkrijgen is in de vorm van geperste staven, koontjes, of pluksel voor op de naalden. In een van de oude Chinese teksten (de Miraculous Pivot) wordt gesteld dat ziekten, die moeilijk te behandelen zijn met acupunctuur, wel goed kunnen reageren op een behandeling met moxa.

Het kan zinvol zijn om naast de acupunctuur ook Chinese kruiden te gebruiken. Chinese kruiden worden al duizenden jaren toegepast en zijn voor het eerst beschreven door Shen Nong in de eerste eeuw voor Christus in de eerste Chinese materia medica.
De traditionele Chinese kruidengeneeskunde gebruikt substanties van plantaardige, minerale en dierlijke oorsprong. Chinese kruidenmedicijnen komen voor in ruwe vorm, poedervorm, pillen en decocties. De ruwe kruiden zijn vaak moeilijk te bereiden en de kwaliteit ervan is niet goed gestandaardiseerd. Volgens een recent onderzoek van de World Health Organization (WHO), neemt het gebruik van Chinese kruiden de laatste jaren sterk toe. Deze kruiden worden momenteel in ruim130 landen verkocht, ook in veel ontwikkelingslanden. De totale export van deze kruiden was ongeveer 500 miljoen US $ in 1998. In China neemt het deel Chinese kruiden 30-50 % in van de totale medische kosten. In Japan schijnt dat zelfs nog meer te zijn. Ook in het Westen is een toegenomen interesse in Chinese kruiden te constateren..
In het internet wordt soms reklame gemaakt voor Chinese kruiden met de opmerking dat die kruiden natuurlijk zijn, en daarom veilig. Dat is (helaas) onjuist. Alle kruidenpreparaten kunnen bijwerkingen hebben, en er kunnen ongewenste interacties plaatsvinden met reguliere middelen, die de arts heeft voorgeschreven. Een kruidenmiddel kan bijvoorbeeld de antistolwerking van een bloedverdunner tegengaan. Of de kans op bijwerkingen van een antidepressivum vergroten.En sommige preparaten, vooral de kruiden, kunnen verontreinigd zijn bijvoorbeeld met lood. Daarom is het van belang om alleen middelen te nemen, waarbij er een duidelijke kwaliteitscontrole is. En het is ook belangrijk om altijd door te geven aan de huisarts of behandelend arts dat er Chinese kruiden genomen worden. Dit vooral in verband met eventuele ongewenste interacties.